©  george burggraaff

Toelichting bij Tao tekst 2

Zweven tussen uitersten.

De openingstekst gaat over de Tao.
Deze tweede tekst gaat over het menselijk besef
en de betrekkelijkheid van onze beleving.
In een retorische opbouw komt het verband tussen uitersten aan bod.
Alles is gebaseerd op aanvullende contrasten, polariteiten.
Het is één geheel. Het gaat om de onderlinge harmonie, de balans.
Wij kunnen zien doordat er contrast is, hemel én aarde,
licht én donker, goed én kwaad, mannelijk én vrouwelijk.
Vervolgens gaat het om het verband, de wisselwerking.

Actie geeft reactie. Pas op met je handelen. Is het nodig?

De Tao gebruikt voortdurend paradoxen,
om verbanden te leggen en vragen te stellen.
Het begrip wu-wei is een centraal Taoïstisch begrip.
Het is handelen zonder te handelen.
Alles bereiken, zonder inspanning.
Geen weerstand bieden.
Meegaan met de stroom van het leven.
Niet gefixeerd, maar open en vrij alles tegemoet treden.
De zin ‘werken zonder te eisen ’komt ook voor in teksten 10, 51 en 77
De laatste regel van deze tekst zegt: 'meegaan met de rivier'.
Wu Wei