©  george burggraaff
© 2022 George Burggraaff

Toelichting bij Tao tekst 37

Zonder begeerte.

Niet handelen, waardoor toch alles gebeurt.
Een typische Tao paradox, een Tao begrip, ‘wu wei’.
Met de stroom meegaan, je niet verzetten,
de dingen op een natuurlijke manier doen en laten gebeuren.
Intuïtief, holistisch, handelen zonder geweld.
In overeenstemming met de geest van de Tao.
Het leidt tot een tevreden en gelukkig leven, zonder begeerte.

Zodra begeerte de kop op steekt zal ‘ik’ dit weerhouden.
Wie is die ik? De wijze heerser?
In ieder geval is het ernstig, want er wordt persoonlijk ingegrepen.
Begeerte verstoort rust en vrede, aldus de laatste twee regels.
En daarmee verstoort begeerte ook de Tao, de natuurlijke voortgang.
Alleen wie de Tao heeft, die heeft meer dan genoeg
en geeft het aan de wereld. Tekst 77
Naamloze eenvoud, het naamloze uitgangspunt, dat is de Tao,
zie hiervoor tekst 1
Dit wordt ook het onbewerkte blok hout genoemd, een Taoïstisch symbool.
Zodra namen ontstaan, zodra je kunt wijzen,
ontstaat verdeeldheid. Tekst 32, eerste versie.

De eerste regel is identiek aan de vijfde regel in tekst 48.
Tekst 37 is de laatste tekst van het eerste deel van de Tao Te tjing,
het deel dat over de Tao gaat.

De teksten: 3, 8, 9, 10, 11, 13, 19, 42, 44, 46, 48, 51 en 81,
gaan ook over bezit, materie, verlangen en begeerte.